Bever als wateringenieur
ARK bracht samen met tal van partners zoals het Wereld Natuur Fonds, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Stichting Limburg Landschap de bever terug naar de Gelderse Poort en het Limburgse Maasdal. Vanaf 1994 werden de eerste bevers vrijgelaten in de Gelderse Poort. Na een trage start blijken de herintroductieprojecten bijzonder succesvol. Zowel langs de Waal en de Rijn als langs de Maas neemt het aantal bevers toe en groeit het verspreidingsgebied. De bevers uit de Gelderse Poort hebben inmiddels de bevers bereikt die eerder werden teruggebracht in de Biesbosch. En de Limburgse bevers hebben contact met bevers uit de Ardennen.
Dwaalfilm.eu: Bevers uitzetten
Bevers spelen een sleutelrol langs rivieren en beken. Zij nemen het natuurlijke onderhoud van oevers voor hun rekening. Met hun beitelvormige snijtanden knagen ze complete bomen om; om er van te eten, om er beken mee af te dammen of om burchten mee te bouwen. Hun houtbehoefte is wel 4.000 kilo per jaar: zo houden zij de boomgroei in toom, maken ze open plekken waar weer planten en bloemen kunnen groeien, zorgen ze voor een gevarieerde structuur en leeftijdsopbouw van het bos en verschaffen ze grote hoeveelheden klinkhout, een verzamelnaam voor al het dode hout langs en in de rivier.
Op plaatsen waar bevers dammen bouwen, zorgen ze bovendien voor extra dynamiek in het landschap. Achter de dam knagen bevers bomen om en verwerken het hout in de dam. De bast van takken en twijgen dient als wintervoer. Door de plaatselijke stuwing ontstaat een grotere diversiteit aan stroomsnelheden in het watersysteem, hetgeen tot meer variatie leidt in de fauna onder water. Het gevormde bevermeer vangt sediment van het beekje in, waardoor de dalbodem ophoogt. Het ondiepe water is een eldorado voor kikkers, libellen en andere waterdieren. In deze bevermeertjes groeien waterplanten, die door bevers gegeten worden. Zo creëren ze een extra voedselbron voor zich zelf.
Dwaalfilm.eu: Eetgedrag bevers
Als de bomen op zijn, verlaten de bevers hun meer om elders langs de beek opnieuw te beginnen. De dam vervalt en het meer valt droog. De drassige kale bodem werkt als een magneet op langstrekkende steltlopers. De jaren daarna raakt de voedselrijke meerbodem met grassen en kruiden begroeid; erg aantrekkelijk voor grazers . Uiteindelijk keert het bos langzaam terug en kan de cyclus weer van voren af aan beginnen.
Ontsnippering: verbinden van doorsneden natuurgebieden
Het verkeer vormt een van de belangrijkste onnatuurlijke doodsoorzaken van bevers. Door gerichte maatregelen (o.a. tunnels en rasters) kunnen we beverslachtoffers vermijden en verkeersonveilige situaties voor mensen voorkomen. Zeker daar waar wegen beverterritoria doorsnijden en er geen mogelijkheden zijn om veilig onder de weg door te gaan (via een duiker of tunnel) is ontsnippering gewenst. In het verleden zijn maatregelen genomen in de Ooijpolder, in het Leudal (Roggelse weg), het Broekhuizer Schuitwater (Horsterweg) en langs de A2 ter hoogte van het Meggelveld tussen Thorn en Wessem.
Het aantal bevers neemt dus toe en ze vestigen zich op steeds meer plaatsen. Bevers kijken wordt makkelijker maar ook de kans dat er schade optreedt wordt groter. Om te voorkomen dat de publieke aandacht verschuift naar de negatieve effecten van de bever en de bereidheid om knelpunten op te lossen misschien afneemt, wil ARK de komende jaren in Limburg investeren in voorlichting over de positieve gevolgen van de bever voor natuur, landschap en recreatie. Dit gebeurt door middel van excursies, lezingen, media-aandacht, infoborden en opleiding van (nieuwe) bevergidsen. Ook ondersteunt ARK ‘probleemeigenaren’ in markante gebieden bij het vinden van een passende, praktische oplossing.
Zelf beversporen kijken
Beversporen zijn makkelijker te spotten dan de bevers zelf. Vooral in de winter als het gewas laag is, en de houtbehoefte groot is, vallen knaagsporen heel erg op. Ook pootafdrukken, wissels, sleepsporen en houtvoorraadjes onder water zijn bijna niet te missen in een goed bevergebied. De zoekkaart Beversporen is gratis te downloaden.