U bent hier

Geulen, kreken, zandplaten en eilanden

Eb en vloed wordt op de oceanen veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de maan en bereikt via de Noordzee en het Kanaal onze kust. Door het getij stroomt het water behoorlijk hard en slijt het diepe geulen uit. Buiten die geulen stroomt het echter minder hard en ontstaan van nature zand- en slibplaten. Via een wirwar van kreken en kreekjes wordt bij vloed slibrijk water aangevoerd. Het water op de platen stroomt nauwelijks en met vloed staat het zelfs even stil. Het sediment bezinkt op de platen en kraakhelder water stroomt met eb via de kreken weer naar buiten. Met elke vloed groeien de platen en oevers van het getijdengebied hoger. Zo ontstaan eerst platen, slikken en schorren, die later tot heuse eilanden uit kunnen groeien.

Kraamkamer voor vissen

Een wirwar van kreekjes en ondiepe geulen maakt de voedselrijke delta, die Nederland is, tot een ideale kraamkamer voor vissen, garnalen en andere waterdieren. De ondiepe geulen warmen snel op en bieden volop schuilgelegenheid aan de jonge vis. De jonge vis op zijn beurt is weer voedsel voor broedende sterns en meeuwen. Ook zeehonden profiteren van het rijke voedselaanbod in onze delta.

Dwaalfilm.eu: De vogelrijkdom van het Haringvliet

Paradijs voor vogels

Zodra de platen hoog genoeg zijn, vallen ze met eb droog en trekken een weelde van vogels aan, die zich te goed doen aan de wormen, slakken, schelpdieren en kleine visjes die achterblijven. Miljoenen steltlopers trekken vanuit hun arctische broedgebieden naar Nederland om in het getijdengebied te overwinteren of om op te vetten voor het vervolg van hun reis naar ver weg gelegen overwinteringsgebieden.