Catastrofes
Catastrofes zoals storm, brand, ijs en insectenplagen zijn in staat om in bos open plekken te maken. Over grote oppervlaktes kunnen ze toeslaan en vaak werken ze samen. Bijvoorbeeld: de door droogte verzwakte bomen zijn een makkelijke prooi voor boktorren en schimmels. Op de open plekken is een toename van zonlicht op de bosbodem waardoor er tal van grassen en kruiden kunnen groeien. Dit trekt grazers aan, die eerst weinig te zoeken hadden in het bos. Zo vormen catastrofes een essentiële rol in de cyclus van bos naar open land en weer terug.

De letterzetter kan in monotone bossen voor een catastrofe zorgen.
Monotone bossen zijn gevoeliger voor catastrofes zoals droogte, insecten en storm.

Ontwikkeling na een catastrofe. Een eentonig fijnsparrenbos wordt gevarieerd bos met weelderig braamstruweel met berk, eik, kastanje en els.